Groeikalender

Week 1: Rekenlesje Je zou kunnen zeggen dat je deze en de volgende week cadeau krijgt. Je bent op dit moment immers nog niet zwanger. Waarom deze week toch meetelt? Dat is om zo nauwkeurig mogelijk te kunnen berekenen wanneer de baby geboren wordt. Om die reden wordt er niet uitgegaan van het moment van de bevruchting (dat weet je immers niet precies), maar van de eerste dag van je laatste menstruatie. Door daar negen maanden plus zeven dagen bij op te tellen, kun je zelf berekenen wat de uitgerekende datum is. Het gaat uiteraard om een schatting. Of de baby ook exact op die dag komt, is nog maar zeer de vraag.
Week 2: Een minuscule kans Ongeveer halverwege je maandelijkse cyclus maakt een rijpe eicel zich los uit de eierstokken. Vanaf dat moment tot enkele uren later is bevruchting mogelijk. Een eicel heeft op zich geen lang leven, slechts een kleine zesendertig uur. Zaadcellen houden het langer vol, ongeveer tweeënzeventig uur. Als je een of twee dagen voor de eisprong hebt gevreeën, kunnen er dus nog levende zaadcellen aanwezig zijn. Bij elke zaadlozing komen er ruim vijfhonderdmiljoen zaadcellen vrij. Die gaan allemaal op weg naar dat ene eitje. Uiteindelijk bereiken maar een paar honderd zaadjes hun doel en krijgt er hooguit ééntje de kans het eitje binnen te dringen. Dat is het moment van de bevruchting.